Juf

Ze noemen me ‘juf’. Tenminste, dat hoorde ik iemand zeggen. Ondanks dat ik – in een ander leven – jaren training heb gegeven in het bedrijfsleven en bij de overheid, ben ik niet eerder ‘juf’ genoemd. En hoewel het niet mijn bedoeling is om op een schoolse manier les te geven, vind ik het stiekem wel grappig om zo genoemd te worden.

Sinds een tijdje begeleid ik in de plaatselijke – of is het provinciale – bibliotheek het ‘SchrijfLab’. Dat is een soort schrijfcursus op maar liefst zestien achtereenvolgende donderdagavonden waarop enthousiaste schrijvers en schrijvers in de dop samenkomen om wat op te steken over het schrijfvak. De reacties tot nu toe zijn goed en het aantal inschrijvingen overtrof mijn stoutste verwachtingen, waardoor ik nu in plaats van één maar liefst twee groepen mag begeleiden met oefeningen, theorie, bezoeken van gasten vanuit verschillende disciplines uit het schrijf- en boekenvak, een excursie en nog veel meer.

En het is ontzettend leuk om te doen! Iedere week is het weer een uitdaging voor me om mijn eigen creativiteit zo goed mogelijk te benutten zodat ik weer een aantrekkelijke en leerzame avond verzorg. De ondersteuning vanuit de bieb is trouwens fantastisch. Er zijn kosten nog moeite bespaard om voor de juiste faciliteiten te zorgen; er is goede techniek, een mooie inrichting en koffie. Maar nog belangrijker dan wat de bibliotheek doet, is de goede opkomst en de leergierigheid die er is. Zelf heb ik ter ondersteuning van het SchrijfLab nog een klein forum opgezet voor de deelnemers en ook dat wordt al aardig gebruikt. De opdrachten die ik verzon hebben al een paar tekstdiamantjes tot resultaat gehad en het is daarbij verrassend om te merken hoe verschillend in stijl en ontwikkeling er geschreven wordt.

Voor mijzelf telt vooral dat ik met dit werk – ik doe het op vrijwilligersbasis – mezelf weer nuttig voel. Er blijkt behoefte te zijn aan goede begeleiding, anders zouden er niet zoveel deelnemers zijn. En voor een auteur die buiten het auteurschap de maatschappij vooral vanaf de zijlijn beziet is het een zegen om op deze manier met het vak bezig te kunnen zijn. Het plezier dat ik vroeger had in de omgang met groepen is weer helemaal terug. 

Maar er is meer. Zo is een bijkomend prettig gevolg voor mij dat mijn dagen wat voller zijn en ik gedwongen ben weer gestructureerder te leven. Ergens in de weekends begin ik met de opbouw van de volgende les, ’s maandags maak ik het presentatiemateriaal – het moet er immers wel ook goed uit zien vind ik – en op de donderdagen verwerk ik het huiswerk en de ingezonden teksten van de afgelopen week. Het resultaat is dat ik en passant nog een mooi curriculum opbouw ook voor een stevige schrijfcursus waarbij het accent ligt op zintuiglijk en associatief creatief schrijven. Een schrijftraining dus waar zintuiglijkheid essentieel is, geoefend wordt met de verbinding van de eigen waarneming met het schrijven en waarbij ik mijn ervaring met ontwikkeling van creatieve processen, zoals ik die een decennium eerder in een andere wereld overbracht, weer voluit kan aanspreken. Het is fijn te ervaren dat ik het nog kan. Het is nog fijner om dit te kunnen doen op een voor wat betreft kosten laagdrempelige manier, want de deelname is op mijn initiatief helemaal kosteloos. Ook dat maakt dat ik dit met plezier doe en mijn draai heb gevonden bij deze vorm van volwasseneneducatie.

Alleen is wel de trainer van weleer nu de juf geworden. En dat is wat mij betreft zo positief dat ik daarvoor best mijn brilletje op het puntje van mijn neus wil zetten.

© 2016 Anna A Ros

Wees de eerste om te reageren

Geef een reactie