Liever een goed gesprek dan een slechte wet

(in reactie op een artikel in Trouw over de vrijheid van scholen om bepaalde jeugdliteratuur liever niet in de aandacht van hun leerlingen te laten komen).

Enkele jaren geleden had ik het genoegen om voor een flinke periode programma’s van de inmiddels helaas ter ziele gegane Academia Vitae in Deventer te kunnen volgen. De door de econoom en hoogleraar Arjo Klamer opgezette Liberal Arts universiteit waar vanuit de traditie van het Academisch Gesprek de relaties tussen filosofie, kunst en economie geanalyseerd en besproken werd. Dat gebeurde volgens een specifiek patroon dat er toe aanzette om daadwerkelijk diepgang te zoeken in het gesprek.

Iedere meerdaagse bijeenkomst stond onder begeleiding van een gastdocent die uit verschillende disciplines afkomstig kon zijn. Grootheden als de blokfluitist / dirigent Frans Brüggen of de Sinoloog / filosoof Jan Bor zijn enkelen uit de lijst van bijzondere mensen die de groep van ongeveer tien mensen op sleeptouw namen in hun gedachtengoed. De kapstok die gehanteerd werd was het bestuderen van door hen, Arjo en anderen aangereikte teksten. Die teksten waren steevast afkomstig van grote filosofen. Van Aristoteles en Plato tot Kant en Schopenhauer maar soms ook verrassende bronnen. Op de bijeenkomsten werd er aan de hand van stellingen en een gedegen eigen voorbereiding het gesprek aangegaan over met de samenleving en economie samenhangende onderwerpen. Gesprekken die volgens een strak academisch patroon verliepen. Men spreke wanneer er een argument is en poogt daarbij om niet in de valkuilen van de retoriek te vervallen. Argumenten werden in discussie getoetst op validiteit en gespiegeld aan de ervaringen en kennis van de deelnemers en docenten.

Ik heb in die tijd ontzettend veel geleerd. Het werd voor mij de academische vorming die ik door omstandigheden in mijn levensloop nooit had kunnen proeven en ik kwam er achter dat het bepaald niet slecht is om juist op wat latere leeftijd met deze rijkdom in contact te komen.

>> Fast forward >>

De wereld is versmald tot een mengeling van Facebook en Twitter geleide kortzichtigheid en door politici beoefend populisme. Dat in combinatie met groepsangst, xenofobie en plat egoïsme maakt dat een goed gesprek op basis van kennis, ervaring en onderbouwd met doordachte argumenten nauwelijks meer mogelijk is. De enige plek waar mensen publiekelijk kunnen uitspreken is op de sociale of gedrukte media want in het dagelijks verkeer is spreken schijnbaar van groter belang dan luisteren en nadenken geworden. Meningen worden geventileerd, posities ingenomen en argumenten bedacht en gebruikt zonder eens goed na te denken over de kwaliteit van die argumenten en standpunten. Het scoren in het gesprek is belangrijker geworden dan het van elkaar leren in het gesprek.

Een goed voorbeeld van zoiets is een artikel in Trouw waarin een jeugdboekenschrijfster haar opinie geeft over een verzoek om bij een schoolbezoek een ‘neutraal stukje’  en ‘niets over magie, weerwolven en dergelijke’ uit te zoeken voor voorlezing op een school op levensbeschouwelijke basis. De conclusie staat in chocoladeletters boven het artikel: “Overheid financiert verbod op Harry Potter”. Het komt er op neer dat de auteur, Wieke van Oordt, van mening is dat omdat scholen met een levensbeschouwelijk achtergrond vragen om bij een optreden rekening te houden met hun levensbeschouwing alle subsidies aan niet-openbare scholen moeten worden stopgezet. Ze gebruikt daarmee de jeugdliteratuur als drager van haar argument en voorbeeld om haar gelijk te halen over de vrijheidsbeperking die deze scholen opleggen aan leerlingen en gasten van die scholen. Ze is tegen dat soort beperkingen op die scholen.

Echter.

De auteur had natuurlijk ook dat optreden kunnen weigeren, want waarom optreden op scholen waar je je niet mee kunt verenigen? Ze geeft aan dat toch te doen om aldus de leerlingen toch kennis te laten nemen van wat zij zelf nodig vindt om over te brengen, ongeacht het onderwerp. Daar krijg ik meteen twijfels bij omdat ze daarmee weinig respect toont voor het standpunt van die scholen. De conclusie om van het gedane verzoek door te schieten naar de tekst boven het artikel is wellicht door de redactie van Trouw gemaakt maar is niet alleen vergezocht, ze is ook volslagen onterecht. Want ze legt een relatie tussen onderwijsfinanciering (en dat is geen subsidie) en de keuzes die dergelijke scholen maken als het gaat om wat men aan bod wil laten komen in het onderwijs. Ze gaat daarbij voorbij aan het gegeven dat juist die mogelijkheid om dergelijke keuzes te maken een vrijheid is die deze scholen hebben. (Ze benoemt die vrijheid overigens wel maar even later blijkt die van geen invloed te zijn op haar stellingname.) Het is echter een vrijheid op grond van democratisch tot stand gekomen wetgeving en zelfs het resultaat is van de door de liberaal Thorbecke aangegane Schoolstrijd, nu meer dan honderd jaar geleden. Een schoolstrijd die rechtstreeks verband houdt met de grondwet van dit land. Immers, het mogelijk maken van openbaar onderwijs betekende ook impliciet het toestaan van levensbeschouwelijk onderwijs. Lange tijd drukte dat zich uit in een begunstiging van dat soort onderwijs maar daar is allang geen sprake meer van. Dat de overheid meefinanciert aan dat onderwijs is niets bijzonders omdat de overheid aan alle onderwijs meefinanciert, zelfs aan sommige vormen van thuisonderwijs (en wie controleert daar de aan de leerling beschikbaar gestelde literatuur). De overheid betaald helemaal niet om een verbod op Harry Potter mogelijk te maken, dat stellen is valse retoriek.

Maar nog belangrijker is dat de auteur zich hiermee op de positie zet om deze scholen een vrijheid te ontnemen die zij altijd gehad hebben. Het niet selecteren van sommige literatuur is daarmee op een lijn te plaatsen als de vrijheid om dat juist wel te doen. Het gaat om keuzes die gemaakt worden in dat soort onderwijs waarbij de ouders er veelal bewust voor kiezen om hun kinderen naar die vorm van onderwijs te laten gaan, met onder meer als reden dat men daar niet datgene onderwijst waar ze als ouders niet achter staan. Dat is vrijheid van onderwijs gekoppeld aan vrijheid van levensbeschouwing. Beide een groot goed in onze samenleving. Haar pleidooi behelst automatisch een inperking van die vrijheid van ouders om hun kinderen naar dat levensbeschouwelijk onderwijs te laten gaan en is daardoor een rechtstreekse aanval op de vrijheid van haar medeburgers. Financieel straffen van scholen die je eigen wereldbeeld niet ondersteunen maar zich wel aan de wetten in het land houden is simpelweg demagogisch.

Sterker nog het intrekken van ‘subsidie’ (dat is dus de reguliere onderwijsfinanciering) van het bijzonder onderwijs zou juist een ongelijkheid bewerkstelligen waarbij levensbeschouwelijk onderwijs minder middelen beschikbaar krijgen dan het openbaar onderwijs. Het is daarmee een verkapte manier om ouders en leerlingen met financiële middelen te dwingen om van het openbaar onderwijs gebruik te maken. Een zwaarder dwangmiddel dan het financiële is er nauwelijks. Want de huidige wetgeving stelt dit als het gaat om financiering van het onderwijs:

“Bijzondere scholen geven onderwijs op grond van godsdienst, levensovertuiging of onderwijskundige overtuiging. Openbare scholen hebben deze grondslag niet. Beide type scholen ontvangen evenveel geld van de overheid. Daarvoor moeten scholen voldoen aan voorwaarden als bijvoorbeeld voldoende leerlingen en lesuren.”

Dit gegeven maakt het pleidooi een bijzonder dom pleidooi omdat het daarmee een ieder die op levensbeschouwelijk basis voor een bepaald soort onderwijs kiest (Christelijke, Joodse, Moslim en Vrije scholen vallen daar onder) zouden dan financieel gediscrimineerd worden ten opzichte van het seculiere openbare onderwijs. Niet bepaald een kosjere wijze van onderwijs vernieuwen of jeugdliteratuur bevorderen.

Los van het gegeven dat ik niet de keuze zou maken die de school maakte èn het gegeven dat de boeken over Harry Potter voor zover bekend hoogstzelden worden buiten gehouden op scholen, vind ik de argumentatie die gebruikt wordt van een bedroevend retorisch gehalte. Het is bedreigend omdat juist een dergelijk betoog in wezen een betoog is voor het inperken van de vrijheid van anderen die niet tot de groep behoren waar de auteur zelf toe behoort.

Het is allemaal niet zo ingewikkeld. Als Wieke van Oordt zulke grote problemen heeft met levensbeschouwelijk onderwijs dan kan ze kiezen uit twee opties: niet er deel van uitmaken door middel van een schrijversoptredens of via democratische weg pogen de politiek zover te krijgen haar standpunt over te nemen en dat te verheffen tot wetgeving. Iets zegt mij echter dat de tegenkrachten vanuit de samenleving dat niet zullen toestaan omwille van de basisgedachte die er achter steekt: het opleggen van eigen mening en gedachtengoed aan anderen die dat niet delen. Inperken van de vrijheid van scholing is een slechte basis voor inrichting van een tolerante samenleving. Overigens maakt wat zoekwerk duidelijk dat een verbod op Harry Potter boeken voorkomt in Dubai en Massachusetts, iets over Nederlandse scholen is niet (of nauwelijks) vindbaar.

Dat Trouw van haar opinie een kop smeedt zie ik maar liever als een faux pas zoals die wel vaker wordt gemaakt door de schrijvende pers. Een kop moet immers aandacht trekken nietwaar? Of ze de lading dekt en de waarheid weergeeft is blijkbaar minder relevant. Maar dat de auteur de mist in gaat voor wat betreft een correcte onderbouwing van standpunten en argumentering die een ieder hun waarde laat, is jammer. Want het is juist dat soort argumentatie die eerder leidt tot inperking van vrijheden dan vergroting daarvan. En dat is iets wat ik niet op het conto van de jeugdliteratuur zou willen zien, die is me daar te dierbaar voor. Veel liever zou ik zien dat er een goed gesprek wordt aangegaan over de gestelde vraag waarin argumenten serieus worden genomen. Zelfs als die afkomstig zijn van een docent die een schrijver uitnodigt en zelfs als die er toe leiden dat het betreffende optreden geen doorgang kan vinden.

Anna A. Ros
schrijfster, dichteres

Wees de eerste om te reageren

Geef een reactie