Het schrijverschap is toch wel het enige beroep waarin je niet voor gek staat als je geen geld verdient.

De titel hierboven is een citaat dat ik op mijn beurt weer uit een essay citeer. Michel Houellebecq’s voortreffelijke aanwijzing aan de dichter – die blijkbaar Iggy Pop zo inspireerde dat die er een documentaire aan waagde. En die bij nalezing door mij, nadat ik die docu ‘Staying alive – a method’ had gezien, me raakte als bijzonder herkenbaar en voor een flink deel van toepassing op mijn eigen bestaan en denken. Ik ben daarin zeker niet de enige. Het is overigens een oud essay, maar in de tijd alleen maar van groter belang geworden.

Hoe dan ook, dat citaat (van Jules Renard – Frans naturalistisch roman en dagboekschrijver) in de titel hier is zo ongeveer het fundament van mijn eigenwaarde op artistiek gebied. Rijk worden zal ik nooit van mijn schrijven, eraan verdienen is vooralsnog niet aan de orde – in economisch serieus te nemen getallen. Maar daar gaat het mij dus ook niet om bij het schrijven van mijn verhalen, romans en gedichten. Het gaat mij om wat Houellebecq in zijn essay behandeld: de noodzaak er te zijn om in staat te zijn te schrijven en te zorgen dat wat ik schrijf gelezen wordt. De rest in oninteressant en of ik slaag in wat ik nastreef valt nog maar te bezien. Dat ligt in de toekomst besloten, niet in het heden. Dat heden is er wel voor nodig en zijn – enigszins cynische – essay beschrijft vlijmscherp welke omstandigheden die slaagkans vergroten. Waarmee het enige dat me gerust kan stellen is dat die vrij aardig in de buurt komen van hoe ik mijn leven lijdt. De laatste zinnen van het essay wil ik best tegenover de lyrics van Iggy Pop’s ‘Lust for life’ zetten. Beide (essay en song) zijn immers onverkort waar en beide proberen dezelfde boodschap over te brengen. Voor hen die in staat zijn die te begrijpen.

LUST FOR LIFE – LYRICS (stukje)

I’m worth a million in prizes
With my torture film
Drive a G.T.O
Wear a uniform
All on a government loan
I’m worth a million in prizes
Yeah I’m through with sleeping on the
Sidewalk – no more beating my brains

Nieuwsgierig geworden naar Houellebecq’s essay? Lees het dan hier – in het Nederlands. Wellicht heb je er net als ik ook wat aan.

Anna A. Ros


LEVEN, LIJDEN, SCHRIJVEN – METHODE

Oorspronkelijke titel Rester Vivant © 1997 Michel Houellebecq
Vertaald uit het Frans door Martin de Haan

Poëzie groeit op het massagraf der bedrogen verwachtingen; haar ware wortels bevinden zich echter in de hemel. Het valt dan ook te begrijpen dat ze niet bij machte is de mens met het leven te verzoenen. Wel kan ze een zwak maar duidelijk signaal afgeven aan hen die op het punt staan het bijltje erbij neer te gooien.
In een permanente, algehele oorlogssfeer bevindt de dichter zich in de frontlinie van alle levenden. Door zijn dagelijkse aanraking met het ondraaglijke zal hij worden blootgesteld aan de verleiding van desertie, de euthanasie. Hij moet zich verzetten, de waardigheid verachten, bestaan tot hij erbij neervalt. Wie werkelijk wil overleven, moet eerst zien te overleven in beperkte zin. Houd moed.

ALLEREERST: HET LIJDEN
‘De kosmos schreeuwt. Het beton getuigt van het geweld waarmee het tot muur is geslagen. Het beton schreeuwt. Het gras zucht onder de tanden van het dier. En de mens? Wat zullen we zeggen van de mens?’
De wereld is een zich ontplooiend lijden. Een kern van lijden ligt aan haar oorsprong. Elk bestaan is een expansie, en een verplettering. Alle dingen lijden, zozeer dat ze beginnen te zijn. Het niets trilt van pijn, zozeer dat het tot aanzijn komt: in een abject paroxisme. De zijnden worden diverser en complexer, zonder iets van hun aanvankelijke aard te verliezen. Vanaf een bepaald bewustzijnsniveau verschijnt de schreeuw. De poëzie komt daaruit voort. De gearticuleerde taal eveneens.

De eerste dichterlijke stap bestaat erin terug te gaan naar de oorsprong. Te weten: het lijden.
De verschijningsvormen van het lijden zijn belangrijk; ze zijn niet wezenlijk. Elk lijden is goed; elk lijden is nuttig; elk lijden werpt zijn vruchten af; elk lijden is een hele kosmos.
Henri is één jaar. Hij ligt met vuile luiers op de grond; hij krijst. Zijn moeder loopt met klakkende hakken heen en weer door de betegelde ruimte, op zoek naar haar bh en haar jurk. Ze is bang te laat te komen voor haar afspraakje van die avond. Ze word gek van dat kleine ding vol stront dat daar op de tegels tekeergaat. Ook zij begint te schreeuwen. Henri’s gekrijs verdubbelt. Dan vertrekt ze.
Henri is zijn dichterscarrière goed begonnen.
Marc is tien jaar. Zijn vader heeft kanker en ligt in het ziekenhuis op sterven. Dat op een versleten machine lijkende ding, verbonden aan een infuus en met slangen in de keel, dat is zijn vader. Alleen de blik leeft; er spreekt angst en lijden uit. Marc lijdt ook. Ook hij is bang. Hij houdt van zijn vader. En tegelijkertijd begint hij te verlangen dat zijn vader sterft, en zich daar schuldig over te voelen.
Marc zal hard moeten werken. Hij zal bij zichzelf die zo bijzondere, zo vruchtbare vorm van lijden moeten ontwikkelen: de Allerheiligste Schuld.
Michel is vijftien jaar. Geen meisje heeft hem ooit gekust. Hij zou willen dansen met Sylvie; maar Sylvie danst met Patrice en heeft daar duidelijk plezier in. Hij staat als verlamd; de muziek dringt door tot zijn merg. Het is een prachtige slow, onwerkelijk mooi. Hij wist niet dat je zo kon lijden. Tot dusver had hij een gelukkige jeugd gehad.
Michel zal nooit het contrast vergeten tussen de ontstellend mooie muziek en zijn door lijden verlamde hart. Zijn gevoeligheid is bezig vorm aan te nemen.
De wereld bestaat uit lijden omdat ze in essentie vrij is. Het lijden is het noodzakelijke gevolg van de vrije ruimte tussen de delen van het systeem. Dat moet u weten en zeggen.
U kunt het lijden niet in een doel veranderen. Het lijden is, en kan derhalve onmogelijk een doel worden.

Bij de wonden die het ons toebrengt, gaat het leven afwisselend hardhandig en arglistig te werk. Ken beide vormen. Beoefen ze. Zorg dat ze geen geheimen meer voor u hebben. Zie waarin ze verschillen en waarin ze overeenkomen. Veel tegenstrijdigheden worden daarmee opgelost. Uw stem zal aan kracht winnen, en aan reikwijdte.
Gezien de aard van de moderne tijd is er nauwelijks meer ruimte voor liefde, maar het ideaal van liefde is onverminderd. Aangezien het zoals ieder ideaal per defenitie buiten de tijd ligt, kan het onmogelijk verminderen of verdwijnen. Het gevolg is een bijzonder schril contrast tussen ideaal en werkelijkheid – een bijzondere rijke bron van lijdenservaringen. De tienerjaren zijn belangrijk. Als het beeld dat u van de liefde hebt gevormd eenmaal voldoende ideaal, voldoende verheven en volmaakt is, bent u verloren.
Vanaf dat moment is niets voor u meer goed genoeg. 
Als u geen omgang met een vrouw hebt (uit verlegenheid, lelijkheid of om wat voor reden ook), lees dan vrouwenbladen. Het lijden zal vrijwel gelijk zijn.  Tot de bodem van de afgrond van liefdeloosheid gaan. De haat tegen uzelf cultiveren. Haat tegen uzelf, minachting voor de anderen. Haat tegen de anderen, minachting voor uzelf. Alles op één hoop gooien. Samenvatten. In het tumult van het leven altijd de verliezer zijn. De kosmos als discotheek. Zoveel mogelijk frustraties opkroppen. Het dichterschap aanleren is het leven afleren.
Heb uw verleden lief of haat het, maar houd het altijd voor ogen. U moet uzelf volledig leren kennen. Dan zal uw diepere ik geleidelijk loslaten en wegglippen onder de zon, en uw lichaam zal achterblijven: opgeblazen, gezwollen, geïrriteerd; rijp voor nieuw lijden.  Het leven is een reeks vernietigingsexamens. De eerste examens halen, zakken voor de laatste. Niet slagen in uw leven, maar dan wel net niet slagen. En lijden, altijd lijden. U moet de pijn in al uw poriën leren voelen. Elk nietig deeltje van de kosmos moet u persoonlijk kwetsen. Toch zult u moeten blijven leven – in ieder geval een tijdje.

Verlegenheid moet niet worden versmaad. Men heeft die eigenschap weleens beschouwd als de enige bron van innerlijke rijkdom; dat is niet onjuist. De interessante mentale verschijnselen beginnen zich namelijk voor te doen op het moment van discrepantie tussen wil en daad. Een mens bij wie die discrepantie afwezig is, verschilt weinig van een dier. Verlegenheid is een voortreffelijk vertrekpunt voor een dichter.
Ontwikkel bij uzelf een diep ressentiment jegens het leven. Dat ressentiment is een noodzakelijke voorwaarde voor elke waarachtige kunstuiting.
Soms, dat is een feit, zal het leven u domweg als een buitenissige ervaring voorkomen. Maar het ressentiment zal altijd in de buurt moeten blijven, binnen handbereik – ook als u ervoor kiest het niet te uiten. En keer altijd terug naar de bron, namelijk het lijden.
Als u de anderen een mengeling van angstig medelijden en minachting inboezemt, weet u dat u op de goede weg zit. U kunt gaan schrijven.

ARTICULEREN
‘Een kracht wordt beweging zodra ze actief wordt en zich ontwikkelt in de tijd.’
Als u er niet in slaagt uw lijden te articuleren in een duidelijke structuur, dan bent u de lul. Het lijden vreet u dan op met huid en haar, van binnenuit, voordat u de tijd hebt gehad om ook maar iets te schrijven. Structuur is de enige manier om aan zelfmoord te ontkomen. En zelfmoord lost ook niets op. Stelt u zich eens voor dat Baudelaire op zijn vierentwintigste in een zelfmoordpoging zou zijn geslaagd.
Geloof in structuur. Geloof ook in ouderwetse dichtmaten. Versbouw is een krachtig instrument om het innerlijk leven te bevrijden.

Voel u niet verplicht een nieuwe vorm uit te vinden. Nieuwe vormen zijn zeldzaam. Eén per eeuw is al heel wat. En het zijn niet per se de grootste dichters die ze het eerst gebruiken. Het bewerken van de taal is niet het doel van de poëzie, hooguit een middel. Woorden staan onder verantwoordelijkheid van de gehele samenleving.  De meeste nieuwe vormen ontstaan niet uit het niets, maar door langzame afleiding uit een oudere vorm. Het instrument past zich een beetje aan, ondergaat kleine veranderingen; de nieuwheid die deze samen opleveren wordt over het algemeen pas aan het einde duidelijk, als het werk eenmaal is geschreven. Het hele proces valt goed te vergelijken met de natuurlijke evolutie.

In het begin slaakt u ongearticuleerde kreten. En vaak zult u geneigd zijn daarin terug te vallen. Dat is heel gewoon. Poëzie komt in feite net iets eerder dan gearticuleerde taal. Laaf u aan ongearticuleerde kreten telkens als u daar behoefte toe voelt. Ze zijn een verjongingsbron. Maar vergeet niet: als u er niet in de zoveel tijd aan kunt ontkomen, gaat u dood. Het menselijk organisme kent zijn grenzen.
Wanneer het lijden een paroxisme bereikt, kunt u niet meer schrijven. Als u zich sterk genoeg voelt, probeer het dan toch. Het resultaat is waarschijnlijk slecht; waarschijnlijk, maar niet zeker.

Werk nooit. Gedichten schrijven is geen werk; het is een opdracht.
Als het gebruik van een vaste vorm (de alexandrijn bijvoorbeeld) een te grote inspanning vergt, zie er dan van af. Zulke inspanningen zijn nooit vruchtbaar.
Dat geldt niet voor de algemene, permanente inspanning die nodig is om te ontkomen aan de apathie. Die inspanning is onontbeerlijk.
Wat de vorm betreft, aarzel nooit uzelf tegen te spreken. Verander van richting, sla een andere weg in zo vaak als nodig is. Doe niet te veel moeite om een coherente persoonlijkheid te hebben; die persoonlijkheid bestaat, of u nu wilt of niet.
Laat niets na wat u ook maar een klein beetje evenwicht kan verschaffen. Geluk is hoe dan ook niet voor u weggelegd; dat staat vast, en al heel lang. Maar als u een van de schijnbeelden ervan te pakken kunt krijgen, doe dat dan. Zonder aarzelen.  Het is hoe dan ook maar tijdelijk.
Uw bestaan is nu één groot lijden. U acht uzelf in staat dat te ontplooien in een coherente vorm. Uw doel, in dit stadium: een toereikende levensverwachting.

OVERLEVEN
‘Het schrijverschap is toch wel het enige beroep waarin je niet voor gek staat als je geen geld verdient.’

Jules Renard

Een dode dichter schrijft niet meer. Het is dus belangrijk dat u blijft leven.
Die eenvoudige redenering zal u soms niet meevallen. Vooral in tijden van aanhoudende creatieve steriliteit. U ervaart uw eigen voortbestaan dan als pijnlijk zinloos; en van schrijven komt het toch nooit meer.
Daar valt maar één ding tegen in te brengen: dat weet u helemaal niet. En als u heel eerlijk naar uzelf kijkt, zult u dat uiteindelijk moeten toegeven. Er zijn vreemde gevallen bekend.
Als u niet meer schrijft, is dat misschien de opmaat tot een verandering van vorm. Of tot een verandering van thema. Of allebei. Of misschien is het inderdaad wel de opmaat tot uw creatieve dood. Maar dat weet u niet. U zult het deel van uzelf dat u tot schrijven aanzet nooit precies leren kennen. U zult het alleen bij benadering leren kennen, en in tegenstrijdige vormen. Egoïsme of toewijding? Wreedheid of compassie? Het kan allemaal worden verdedigd. Wat maar bewijst dat u het uiteindelijk ook niet weet; dus doe dan ook niet alsof u het weet. Stel u eerlijk en nederig op tegenover uw onwetendheid, dat mysterieuze deel van uzelf. Niet alleen produceren dichters die oud worden over het algeheel genomen meer, de ouderdom is bovendien de zetel van specifieke lichamelijke en geestelijke processen, waarvan het jammer zou zijn als u ze niet leerde kennen.

Dat neemt niet weg dat overleven bijzonder moeilijk is. U kunt overwegen een ‘strategie à la Pessoa’ te hanteren: een of ander baantje vinden, niets publiceren, rustig de dood afwachten.
In de praktijk zult u grote moeilijkheden het hoofd moeten bieden: het gevoel dat u uw tijd verdoet, niet op uw plaats bent, niet op waarde wordt geschat… dat wordt allemaal snel ondraaglijk. De alcohol zal moeilijk te vermijden zijn. Tenslotte wachten aan het einde van de weg verbittering en verzuring, op de voet gevolgd door apathie en volledige creatieve steriliteit. Die oplossing heeft dus haar nadelen, maar het is over het algemeen de enige. Vergeet de psychiaters niet, in wier macht het ligt u arbeidsongeschikt te verklaren. Daarentegen moet een langdurig verblijf in een psychiatrische instelling ten stelligste worden ontraden: te destructief. Van die mogelijkheid mag dus pas in allerlaatste instantie gebruik worden gemaakt, als alternatief voor de totale verloedering.

De sociale solidariteitsmechanismen moeten volledig worden uitgebuit, evenals de financiële steun van rijkere vrienden. Voel u in dat opzicht niet al te schuldig. De dichter is een heilige parasiet.
De dichter is een heilige parasiet; net als de scarabeeën van het oude Egypte kan hij gedijen op het lijk van rijke samenlevingen in ontbinding. Maar ook in sobere, krachtige samenlevingen is hij op zijn plaats.

U hoeft niet te vechten. Boksers vechten, dichters niet. Toch zult u af en toe wat moeten publiceren; gebeurt dat niet, dan kan er geen postume erkenning plaatsvinden. Als u niet een minimaal aantal pagina’s publiceert (al zijn het maar een paar teksten in een tweederangstijdschrift), blijft u onzichtbaar voor het nageslacht; net zo onzichtbaar als tijdens uw leven. Zelfs al was u het grootst mogelijke genie, dan nog zou u een spoor moeten achterlaten; en erop moeten vertrouwen dat de literaire archeologen de rest zullen opgraven. Dat kan fout gaan; dat gaat vaak fout. U zult uzelf minstens eenmaal per dag moeten voorbehouden dat u doet wat u kunt: daar gaat het om.
Het kan nuttig zijn de biografie van uw lievelingsdichters te bestuderen; die kan u helpen bepaalde fouten te vermijden.
Prent u in dat er in het algemeen geen goede oplossing bestaat voor het materiële overlevingsvraagstuk; wel bestaan er zeer slechte.

Uw woonplaats zal doorgaans geen probleem opleveren; ga waar u kunt. Probeer domweg al te luidruchtige buren te vermijden, want die zijn in hun eentje in staat een definitieve intellectuele dood te bewerkstelligen. Een bescheiden arbeidsplaatsje kan u bepaalde kennis over het functioneren van de samenleving verschaffen, die eventueel van pas kan komen in een later werk. Maar een periode van totale verloedering, van leven aan de zelfkant, verschaft weer andere inzichten. Afwisselen zou ideaal zijn.
Andere levensfeiten, zoals een harmonieus seksleven, het huwelijk en het krijgen van kinderen, zijn zowel heilzaam als vruchtbaar. Maar ze zijn haast niet te bereiken. Vanuit artistiek oogpunt zijn het vrijwel onontgonnen terreinen.

In het algemeen zult u heen en weer worden geslingerd tussen angst en verbittering. In beide gevallen is alcohol een steun. Waar het om gaat is dat u die paar momenten van rust weet te vinden die nodig zijn voor de verwezenlijking van uw oeuvre.
Ze zullen kort zijn; doe uw best om ze aan te grijpen.
Wees niet bang voor het geluk; het bestaat niet.

SLAAN WAAR HET PIJN DOET
‘Beijver u om voor God te staan als een beproefd man, als een arbeider die zich niet behoeft te schamen en het woord der waarheid recht snijdt.’


2 Timotheus 2:15

Streef niet naar kennis om de kennis alleen. Alles wat niet rechtstreeks voortvloeit uit emotie is in de poëzie van nul en gener waarde. (Natuurlijk moet emotie in de ruimste zin worden opgevat; sommige emoties zijn niet aangenaam en niet onaangenaam; dat geldt over het algemeen bijvoorbeeld voor het gevoel van ontheemding.)
De emotie verbreekt de causale kreten; alleen zij stelt ons in staat het wezen der dingen waar te nemen; de overdracht van die waarneming is het doel van de poëzie.
Die gelijkgerichtheid van filosofie en poëzie is de bron van de geheime verstandhouding die hen bindt. Deze uit zich niet hoofdzakelijk in het schrijven van filosofische gedichten: de poëzie moet de werkelijkheid ontdekken langs haar eigen, zuiver intuïtieve wegen, zonder eerst te worden gefilterd door een intellectuele reconstructie van de wereld. Ze uit zich nog minder in een dichterlijk verwoorde filosofie, die meestal niet meer is dan armzalige oplichterij. Maar altijd vindt een nieuwe filosofie onder dichters haar meest serieuze, aandachtige en productieve lezers. Omgekeerd zullen alleen sommige filosofen de waarheden die de poëzie in zich bergt kunnen onderscheiden, openbaren en benutten. Zij vinden in de poëzie bijna net zoveel stof voor nieuwe voorstellingen van de wereld als in de directe contemplatie – en veel meer dan in vroegere filosofieën.

Respecteer de filosofen, imiteer ze niet; uw weg ligt elders, helaas. Die weg is onlosmakelijk verbonden met de neurose. De dichterlijke en de neurotische ervaring zijn twee paden die elkaar kruisen, om elkaar heen draaien en uiteindelijk meestal één worden: de dichtader lost op in de bloedige stroom van de neurose. Maar u hebt geen keus. Er is geen andere weg.
Door permanent met uw obsessies bezig te zijn, zult u uiteindelijk veranderen in een pathetisch wrak, verteerd door angst of verpletterd door apathie. Maar, ik zeg het nogmaals, er is geen andere weg. U moet de point of no return bereiken. De cirkel doorbreken. En een paar gedichten produceren voordat u te pletter stort. U zult een glimp hebben opgevangen van onmetelijke ruimten. Elke grote hartstocht mondt uit in het oneindige.

Welbeschouwd neemt de liefde alle problemen weg. Op dezelfde manier leidt elke grote hartstocht uiteindelijk naar een zone van waarheid. Naar een andere, uitermate pijnlijke ruimte, waar het uitzicht evenwel weids en helder is. Waar de gezuiverde dingen verschijnen in hun klaarheid, hun zuivere waarheid.

Geloof in de eenheid van het Ware, het Schone en het Goede. De samenleving waarin u leeft, heeft als doel u te vernietigen. U hebt met haar hetzelfde voor. Het wapen dat zij zal gebruiken heet onverschilligheid. U kunt u niet dezelfde houding permitteren. Dichters, in de aanval! Elke samenleving heeft haar zwakke punten, haar wonden. Leg uw vinger op de wond en druk goed hard.
Spit onderwerpen uit waarover niemand wil horen. De achterkant van de façade. Hamer op ziekte, lelijkheid, verval. Spreek over de dood, over de vergetelheid. Over afgunst, onverschilligheid, frustratie, liefdeloosheid. Wees abject, dan bent u waarachtig.

Sluit u nergens bij aan. Of sluit u aan en pleeg direct verraad. Geen enkel dogma mag u al te lang ophouden. Militantisme maakt gelukkig, en u hoort niet gelukkig te zijn. U allen staat aan de kant van het ongeluk; u bent de sombere partij. Meedenken en opbouwen is niet uw voornaamste missie. Als u het aankunt, doe het dan. Als u op onhoudbare tegenstrijdigheden uitkomt, zeg het dan. Want uw diepste missie is te graven naar het Ware. U bent de doodgraver, en u bent het kadaver. U bent het lijk van de samenleving. Allen even verantwoordelijk. Kus de aarde, uitschot!

Bepaal waar schuld is en waar onschuld. Allereerst bij uzelf, dat zal u een richtlijn geven. Maar ook bij de anderen. Kijk naar hun gedrag en naar de redenen die ze aanvoeren; oordeel dan, in alle onpartijdigheid. Ontzie uzelf niet; ontzie niemand. U bent rijk. U kent het Goede, u kent het Kwade. Laat nooit na ze te scheiden; raak niet verstrikt in de netten van de verdraagzaamheid, dat miezerige stigma van de ouderdom. De poëzie is in staat definitieve morele waarheden te formuleren. U moet de vrijheid haten met alle kracht die u in u hebt. De waarheid is aanstootgevend. Maar zonder haar heeft niets enige waarde. Een eerlijke, ongekunstelde wereldbeschouwing is al een meesterwerk. In verhouding tot die eis is oorspronkelijkheid van weinig belang. Houd u daar niet mee bezig. Uit de som van uw gebreken zal hoe dan ook een zekere oorspronkelijkheid naar voren komen. Zeg dus gewoon de waarheid; zeg gewoon de waarheid, niet meer en niet minder. U kunt niet tegelijkertijd van de waarheid en van de wereld houden. Maar u hebt al gekozen. De moeilijkheid is nu te volharden in die keuze. Ik bezweer u moed te houden. Niet dat u ook maar iets te hopen hebt. Integendeel, u zult zeer eenzaam zijn, besef dat goed. De meeste mensen gooien het op een akkoordje met het leven, of ze gaan dood. U allen bent levende zelfmoordenaars. Naarmate u dichter in de buurt van de waarheid komt, neemt uw eenzaamheid toe. Het gebouw is prachtig, maar verlaten. U loopt door lege zalen, die de echo van uw stappen weerkaatsen. De lucht is klaar en strak; de dingen lijken versteend. Soms begint u te huilen, zo meedogenloos helder is het zicht. U zou rechtsomkeert willen maken, terug willen keren naar de nevelen van de onkunde; maar in uw hart weet u dat het al te laat is.

Ga door. Wees niet bang. Het ergste hebt u al achter de rug. Natuurlijk zal het leven u blijven verscheuren; maar van uw kant hebt u niet zo heel veel boodschap meer aan het leven. Denk eraan: in de kern van de zaak bent u al dood. U staat nu oog in oog met de eeuwigheid.


 

Wees de eerste om te reageren

Geef een reactie