62 dagen

Op de kop af 62 dagen waren er nodig om mijn nieuwe roman Horzel van openingszin naar slotzin te brengen. Nu ja, ik lieg hier wel een beetje want die 62 dagen zijn de schrijfdagen. Van dat getal moet ik er dan nog een stuk of 10 aftrekken voor de dagen waarop ik niet aan deze roman heb geschreven. Kortom, netto waren er een dag of 50 nodig.

50 dagen verbijsterende flow, heerlijk en doodvermoeiend. Het resultaat is de nulversie van wat mijn volgende boek moeten worden. Nulversie. Dat houdt in dat de basis er ligt.

Voorafgaand aan die 50 waanzinnige schrijfdagen waarin het aantal uren schrijven per dag het aantal uren met alle andere activiteiten samen overtrof, is een periode van vier jaar verstreken waarin het verhaal zich in mijn hoofd heeft gevormd. En in eerste stukken tekst en een website. Dat laatste is mijn manier om een en ander te visualiseren voor en tijdens het schrijfproces.

Het begon allemaal op 10 december 2013 toen ik opnieuw hetzelfde klassieke muziekstuk hoorde dat mij ooit op vinyl cadeau was gedaan door mijn eerste vriendinnetje. Lang, lang, geleden. Muziek die mijn hele verdere leven bij me is gebleven en die me nog altijd van de eerste tot de laatste noot beroerd en ontroerd: The Gadfly Suite opus 97a van Dmitri Sjostakovitsj. De grote Russische componist die op zo gespannen voet met de Sovjets leefde maar misschien wel de mooiste Russische muziek van de twintigste eeuw componeerde. Het verhaal van de man is net zo bijzonder, onthutsend en ontroerend als die suite. Een suite die samengesteld is uit een aantal delen van de door hem voor de Russische speelfilm Ovod uit 1953 is gecomponeerd. Een soundtrack in dertig delen die in muziek het verhaal van de film vertellen. Wonderschoon, soms zwaar, soms lieflijk, vaak dramatisch. Een muzikaal verhaal dat net als de film het verhaal van de door Ethel Lilian Voynich geschreven roman The Gadfly (nu bij mij in vertaling met als doel dit jaar de eerste Nederlandstalige versie te doen verschijnen).

In de jaren tussen december 2013 en 2 januari waarop ik aan de schrijfarbeid van deze roman begon zijn voor het grootste deel in beslag genomen door het schrijven van die andere historisch roman die in 2017 af kwam en zijn weg naar de boekwinkel nog moet vinden. Het ene boek vergt bijna zes jaar worsteling, het andere sluimert vier jaar om dan in twee maanden tot een eerste manuscript te komen. Schrijven blijft een volstrekt onvoorspelbaar vak. Ook voor mij. Zoals dat gaat met dit werk is nu nog niets definitief en kan er zomaar nog een flinke verandering in het manuscript komen. Maar die nulversie, die eerste versie waarbij na de laatste zin een punt gezet is, die versie is er.

Natuurlijk ben ik met een nulversie niet klaar met het werk. Zo moeten er nog een correctieslag, proefleesfase en een grote redactie plaatsvinden. De eerste twee voor de zomer, de grote redactie daarna. En daarna? Dat mag nu nog even onduidelijk zijn.

Anna A. Ros

8 Reacties

  1. Ron Thiry
    5 maart 2018
    Antwoord

    Ik vraag me wel eens af wat de toegevoegde waarde is van zo transparant delen van het schrijfproces. Werkte het mogelijk niet tegen de mythe van het schrijverschap. Moet de lezer wel geconfronteerd met het maakproces? Kan de lezer dat wel aan? Weet die dat op de juiste waarde te schatten of moet de lezer vooral met het eindproduct – en niets anders – geconfronteerd! Nu is er al participatie, terwijl het eindproduct nog niet eens eindproduct is, want dat is het eigenlijk pas als het ook wordt uitgegeven! Wat doet het met de lezer, die nog niet eens in functie is gekomen wat jouw hopelijk eindproduct betreft? ………dat, en nog meer, vraag ik me wel eens af als ik jouw terugkerende uitingen op facebook volg die over je auteurschap gaan! Is stilte voor de storm van hopelijk succes niet beter? Wat beoog jij, voel jij, bij die eindeloze plaatsingen op facebook?

    • 5 maart 2018
      Antwoord

      Toegevoegde waarde? Waarom moet er toegevoegde waarde zijn? Schrijven en het leven als auteur is voor mij geen economische transactie maar een emotionele activiteit. Toegevoegde waarde boeit me hoegenaamd niet.
      Wat nu als ik gewoon ben wie ik ben en volstrekt niet geïnteresseerd ben in oude conventies op dat gebied? Die mythische ideeën over het schrijverschap zijn wellicht wel leuk, het is minstens zo leuk om die waanideeën te doorbreken. Kwestie van kunst op mijn manier bedrijven. Het vindt zijn weg uiteindelijk wel en de arbeid is er niet minder om.
      Ik ben nu eenmaal niet die highbrow kunstenaar die in stilte zwoegt in een atelier en in een mystiek proces met een aureool van artisticiteit werk maakt. Van mij mag gewoon gezien, beleeft en gelezen worden wat ik doe en hoe ik dat doe. Het is ook één van de redenen waarom bij wat groter werk er meestal al een website leeft voordat het werk af is. Integratie van verschillende uitingen.
      Daarnaast doe ik aan schrijfeducatie en de meeste deelnemers vinden het erg leuk om te zien dat schrijven gewoon grotendeels uit werken, zoeken en worstelen bestaat.
      Voor de lezer die dat niet aan kan: wegklikken is een minimale inspanning van slechts één vinger op een muis of touchpad. Voor alle helderheid, wat je hier leest is slechts een blogje. Dat is een schrijfseltje en niet een promotiecampagne. Er zijn heel wat meer schrijvers die bloggen.

  2. Ans
    5 maart 2018
    Antwoord

    Ik verheug me op het meelezen!!

    • 5 maart 2018
      Antwoord

      Jouw proefleesexemplaar komt ergens in de laatste week van maart van de drukker.

  3. 6 maart 2018
    Antwoord

    Beste Ron,
    Doorgaans gedraag ik me als de archetypische poëet op zolder; en menig lezer vindt mij behoorlijk highbrow. Toch heb ik er weinig op tegen om gevoelens & gedachten te openbaren, ongeacht de toestand of de schrijffase waarin ik verkeer. En ik val Anna zonder meer bij wanneer ze zegt dat lezers moeiteloos kunnen wegklikken wat ze — ach gossie! — niet aankunnen. Al zou het voor lezers met schrijfaspiraties wel eens fijn kunnen zijn om te vernemen hoe een schrijver zich door de dagen slaat; en bovenal, welke plaats de wonderlijke bezigheid die schrijven is daarin bekleedt.

    Het grootste verschil tussen Anna en mij is luiigheid, denk ik. Van mijn kant, wel te verstaan. Neutraler gezegd: een andere verdeling van tijd, energie en middelen. Waar ik verder geen oordeel over heb.

    • 6 maart 2018
      Antwoord

      Eind maart ben ik hopelijk zover dat ik ‘Horzel’ naar het Rotterdamse durf te verzenden. * Wist het angstzweet van het voorhoofd * 😉

      • 6 maart 2018
        Antwoord

        Dat is snel… Ik heb het over het schrijven hoor, niet over het angstzweet 🙂

Geef een reactie