Over haat in de straat en waarom ik het nu even jammer vind om in een achterhuis te wonen.

Ik woon op één hoog achter in misschien wel de mooiste straat en zeker wel de mooiste buurt in Middelburg. Ik woon er nu een paar jaar en ik moet bekennen dat op de boerderij tussen de rijstvelden van Damak na, is dit de mooiste plek waar ik ooit woonde. Middelburg is een kleine en fijne stad. Monumentaal, vriendelijk, voorzien van goede koffie en dito schrijfplekken. Een stad ook met een menselijke maat en dat is waar ik op dit punt in mijn leven behoefte aan heb; menselijke maat en menselijkheid. En aan de vier vrijheden die Roosevelt opschreef en die opgenomen zijn in de Algemene Verklaring van de Universele Rechten van de Mens zijn vastgelegd. Roosevelt’s ‘four freedoms’. Voor diegenen die ze niet kennen, het gaat om achtereenvolgens:

  1. De eerste is de vrijheid van spreken en meningsuiting – overal in de wereld;
  2. De tweede is de vrijheid van elk persoon om god te aanbidden op zijn eigen manier – overal in de wereld;
  3. De derde is de vrijwaring van gebrek – die, vertaald binnen het kader van de wereld, economische verstandhoudingen in de zin heeft die elk land een gezond leven in vredestijd voor zijn inwoners verzekert – overal in de wereld;
  4. De vierde is de vrijwaring van vrees – die, vertaald binnen het kader van de wereld, een wereldwijde reductie betekent van bewapening naar zo’n punt en op zo’n grondige wijze, dat geen land in de gelegenheid zal zijn een daad van fysieke agressie te plegen tegen welke buur dan ook – overal in de wereld.

Dat zijn geen abstracte rechten of onhaalbare rechten. Het zijn vier onontkoombare rechten wil de mens volwaardig kunnen leven. Ze zijn noodzaak en geen luxe of een streven. Het is juist zo dat daar waar die noodzaak niet gehonoreerd wordt, de mens slachtoffer is of wordt.

Met dat in het achterhoofd, heb ik mij de afgelopen week moeten neerleggen bij het besluit van de burgemeester om een demonstratie van de xenofobe haatzaaiers en onverbeterlijke egoïsten van ‘Voorpost’ toe te staan in mijn stad. In mijn straat zelfs, recht voor mijn deur en op amper honderd meter van het monument voor de bevrijding van Walcheren dat aan de muur van het voormalige hoofdkantoor van de Gestapo is bevestigd.

New Image

Natuurlijk ervaar ik de aanwezigheid van het schuim van de rechts-radicale (dat is een eufemisme voor neo-nazistische) Voorpost als een schande voor deze stad. Natuurlijk vind ik dat de plek waar het hun toegestaan wordt om hun haat te zaaien, zo dicht in de buurt is van een monument dat nu juist het tegendeel oproept, een schoffering van de burgers in deze stad. Middelburg is immers een stad die niet gestuurd wordt door de verwrongen denkbeelden van armzalige geesten die ‘de vreemdeling’ niet in hun midden kan velen (meestal omdat men bang is dat de eigen welstand / rijkdom daar onder te lijden zal krijgen.) Voorpost hoort hier niet thuis.

Ik heb het moeten accepteren dat de Voorposters de straat waar ik woon moreel bevuilen. Op democratische gronden heb ik dat moeten doen want meerderheden beslissen immers en het gemeentebestuur heeft nu eenmaal haar mandaat verkregen op democratische gronden. Ze mogen deze lelijkerds toelaten. Maar ik hoef dat niet. Ik hoef mij niet neer te leggen bij wat het bestuur besluit en de manier waarop de democratie tegenwoordig werkt (bij meerderheid is schofferen blijkbaar toegestaan onder de valse vlag van het eerste recht van Roosevelt.) Ik ben het niet eens met dat besluit en heb dat – want zo gaat dat hier – in een gesprek met de jonge burgervader onder woorden mogen brengen. Ik werd ook gehoord daarin. De reden dat ik me bij het besluit neerleg – en niet op straat verzet tegen Voorpost – is gelegen in het eerste recht van Roosevelt: de vrijheid van spreken en meningsuiting, overal in de wereld en dus hier ook.

En daar komt het punt waarop ik het nu wèl jammer vind dat ik een achterhuis bewoon en geen voorhuis. Mijn achterhuis heeft wel ramen maar van daaruit is de straat niet te zien. En dus kan niemand de poster zien die ik op mijn raam zou willen plakken. Had ik in het voorhuis gewoond dan zou de poster zeker goed zichtbaar zijn. Het is ook geen optie om hem buiten op de voordeur te plakken want dat zouden de andere bewoners van het pand met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet waarderen. En dus slik ik mijn visuele protest in. Zelf ben ik morgen niet thuis als Voorpost hier is, verplichtingen elders en ik vind dat een zeer gelukkig toeval. Ook geen straatprotest dus van mijn kant. Daarvoor in de plaats heb ik maar besloten om vandaag dit stukje te schrijven.

Wat mij betreft zit het zo (en ik weet dat dat niet de algemene mening is over hoe onze samenleving zou moeten functioneren):

Wanneer een groep mensen wil demonstreren dan is dat hun goed recht. Maar dat recht is wat mij betreft niet onconditioneel noch onvervreembaar. Wanneer diezelfde groep namelijk oproept tot uitsluiting van anderen van hun rechten dan vind ik dat daarmee het eigen spreekrecht van die groep vervalt. Net zoals in deze democratie mensen die niet gaan stemmen het moreel ontzegd wordt om kritiek te uiten op het landsbestuur (iets wat mijzelf geregeld overkomen is ondanks dat ik gemotiveerd niet ging stemmen) vind ik dat mensen die anderen hun rechten ontzeggen niet zonder discussie hun eigen rechten mogen behouden laat staan exerceren. Want waaraan ontlenen zij die rechten als ze tegelijkertijd diezelfde rechten aan anderen ontzeggen? “Doet een ander niet wat u niet wilt dat u geschiedt” is wat mij betreft een oude en zeer relevante wijsheid, ook in deze maatschappij. Dus waar Voorpost de vluchteling een veilig heenkomen ontzegd mag daar wat mij betreft best wat tegenovergesteld worden. Want hoe durft men een beroep op het eerste recht in het lijstje van Roosevelt te doen en tegelijkertijd anderen het tweede en derde ontzeggen? In dit geval had Voorpost wat mij betreft de toestemming om te demonstreren op de door hun zelf gekozen plek best onthouden mogen worden. En zeker niet in het centrum van de stad in de buurt van een oorlogsmonument.

Gelukkig is het morgen rond de tijd dat ik dit schrijf allemaal achter de rug, heb ik hopelijk niets meegekregen van de idioten van Voorpost en is Merkel huiswaarts met haar Four Freedoms Award, hoe onterecht ze die ook gekregen heeft.

Anna A Ros

Wees de eerste om te reageren

Geef een reactie