Het probleem BIJ TVOH is niet het probleem van TVOH

De onthullingen van de seksueel grensoverschrijdende gedragingen bij The Voice of Holland (vanaf hier TVOH) zijn schokkend. Iedereen zal het daar over eens zijn. En toch vind ik dat de discussies rond dat programma niet of nauwelijks over het echte probleem gaan.

Wat bij TVOH nu boven is komen drijven is gedrag dat in onze ‘moderne’ samenleving absoluut geen verrassing kan zijn. Van een schokkende onthulling kan eigenlijk geen sprake zijn want de problemen waar we mee te maken hebben zijn systemisch van aard en diep geworteld in onze samenleving. En die problemen zijn meervoudig. Het is goed om vanuit verschillende invalshoeken de ellende bij TVOH te benaderen en te herleiden naar de grondoorzaken ervan. Vrouw-vijandelijkheid en machismo, machtsverhoudingen, winner-loser mentaliteit, belangenverstrengeling, oogkleppen-gedrag en doofpot-gedrag; ze zijn allemaal aan de orde en vinden allemaal hun oorsprong in hoe onze maatschappij sinds de zestiger jaren is georganiseerd en inmiddels verworden tot een harde, egocentrische, egoïstische en onbarmhartige maatschappij. Ik zal hier al deze invalshoeken langsgaan en proberen te plaatsen binnen het grotere verband van de organisatie van onze samenleving.

Vrouw-vijandelijkheid en machismo

Het vrouwbeeld is in de afgelopen vijftig jaar sterk veranderd. Moeder de huisvrouw heeft plaatsgemaakt voor op het oog sterke, zelfstandige en zich uitsprekende vrouwen. Althans, dat is het beeld dat bestaat. Maar is dat wel het juiste beeld? Als het over de kracht van vrouwen gaat wordt er meestal gekeken naar bekende vrouwen – BN-ers – terwijl die allesbehalve representatief zijn voor al die vrouwen die niet bekend zijn. De echte kracht van vrouwen is te vinden in sectoren als de zorg; waar de overgrote meerderheid van het veldwerk door vrouwen wordt gedaan, de rechten; waar veel rechters en advocaten vrouw zijn en de media waar de verhouding mannen en vrouwen op de buis zo op het oog gelijkwaardig is. De werkelijkheid is echter dat in de zorg het aantal vrouwelijke artsen in bestuursfuncties nog altijd flink achter blijft bij het aantal mannelijke artsen in bestuursfuncties en waar de ‘handen aan het bed’ toch vooral vrouwenhanden zijn. Daarmee in die sector de traditionele verhoudingen tussen vrouwen en mannen onderstrepend. En in het recht zijn meer vrouwen te vinden in functies in het familierecht dan in het strafrecht en in de media speelt bij vrouwen veel nadrukkelijker uiterlijk en jeugd een rol dan het dat bij de mannen doet. Nog altijd lopen de Journaal-dames hooggehakt te balanceren, alsof de meerderheid van de vrouwen hooggehakt door het leven gaat. Nog altijd zijn er regelrecht vrouw-vijandelijke programma’s op tv: van de ‘heren’ bij VI tot de ‘reality-programma’s’ waarin vrouwen in positie gebracht worden om misbruikt of zelfs aangerand of erger te worden.

Sommige van die programma’s, waarbij aanranding zelfs tot doel verheven lijkt te zijn om maar hoge kijkcijfers te halen, zijn gelukkig van de buis gehaald (De Villa). Maar er is nog altijd een Big Brother op tv en de systematiek van talentenshows is vooralsnog niet veranderd. In de huidige samenleving is de vrouw (geëmancipeerd of niet) nog te vaak een combinatie van goedkope arbeidskracht en lustobject. De commercie is in hoge mate gericht op seksualiteit en traditionele man-vrouw verhoudingen. Kijk maar eens goed naar een STER-blokje en hou dan eens bij hoe vaak die traditionele rollen als representatief in beeld worden gebracht en hoe vaak seksualiteit uitgespeeld wordt. Die over-seksualisering van media- en commerciële beeldvorming maakt dat de verwachtingen van vrouwen in de maatschappij soms behoorlijk seksistisch of ongeëmancipeerd kunnen zijn. Een vrouw die geen kinderwens heeft wordt al snel gezien als onvolwaardig, niet ‘af’ of zelfs frigide. Vrouwen die van vrouwen houden worden nog altijd als afwijkend gezien, want zwaar onder gerepresenteerd, in de media en commercie. Het zelfde geldt trouwens ook voor mannen die van mannen houden en laten we het maar niet hebben over transmensen of non-binairen. Vrouwen zijn er om ‘veroverd’ te worden, mannen worden geacht te veroveren. Daarbij komt nog dat man=stoer, vrouw=hoer maar al te vaak in allerlei subculturen wordt uitgedragen. Analyseer daarvoor eens een willekeurige selectie van hip-hop teksten; ‘moderne en eigentijdse’ muziek waar de fysiek van vrouwen en het gebruik / misbruik daarvan opgehemeld worden. Vrouwen die geen lustobject willen zijn, die gezien willen worden voor hun talenten en persoonlijkheid, die gewoon ongestoord door mannelijk seksualiteitsdenken willen leven, hebben het in deze maatschappij niet zo gemakkelijk. Als een man opkomt voor zijn recht wordt dat als sterk gezien, doet een vrouw dat dan is ze al snel hysterisch of een kenau. En, o ja, het aantal vrouwen dat seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft ervaren ten opzichte van het aantal mannen die dat hebben ervaren is nog altijd ver uit balans. Seksueel geweld tegen vrouwen (van cat-calling, via aanranding en verkrachting tot moord) is vele male groter dan dat tegen mannen is. Nogmaals: laten we het niet over transmensen hebben want dan wordt het plaatje nog aanmerkelijk negatiever. Kortom: onze overgeseksualiseerde maatschappij is nog altijd vrouw-vijandig en gender-gecodeerd. En dat is dus allesbehalve verrassend want het is een uitvloeisel van een voor velen te vergaande vrije seksuele moraal in de zestiger tot tachtiger jaren van de vorige eeuw. In deze eeuw is er vooral worsteling op dit gebied waarbij MeToo niet zelden is doorgeslagen. Wat op zich weer een reactie opgewekt heeft waarbij seksueel grensoverschrijdend gedrag te vaak vergoelijkend als een ontsporinkje wordt weggezet ‘omdat mannen nu eenmaal zo zijn’. Iets wat natuurlijk niet waar is, maar daders of hun verdedigers goed uitkomt.

Vrouwen worden ook nog te vaak als bezit (van mannen) gebrandmerkt, taal is daarbij alles zeggend, mijn liefje / skatje. Songteksten in de populaire muziek zijn daar vaak erg letterlijk in. Interessant genoeg is er altijd al een verschil tussen songteksten geschreven door vrouwen en mannen als het gaat om de manier waarop liefde verklaard wordt. Op zich helemaal niet erg natuurlijk, maar wel opvallend. Veel erger is dat de laatste decennia waarin de emancipatie van de vrouw zich zou moeten hebben voltrokken, juist de seksuele moraal krapper geworden lijkt te zijn. Deels als reactie op een te losse seksuele moraal bij de boomers, deels als gevolg van veranderde bevolkingssamenstelling.

Homoseksualiteit en genderdiversiteit worden in de media nog al te vaak ridiculiserend benaderd (daar weten transmensen en non-binairen helaas alles van), in de sport zijn ze problematisch (waar blijven die in de kast zittende voetballers) en meisjes krijgen van jongs af aan vanuit de media en commercie vooral mee aantrekkelijk te moeten zijn voor de jongens. Het ultieme levensdoel wordt in het algemeen beperkt tot het huisje-boompje-beestje model in de heteroseksuele variant. Andere samenlevingsvormen komen te weinig in beeld en worden door de overheid zelfs ontmoedigd: wetgeving is op heel veel punten beperkend ten opzichte van andere relatievormen dan het huwelijk. Van parkeervergunning bij een lat relatie tot erfrecht en echtscheidingsrecht toe is er sprake van enerzijds uitsluiting van relatievormen en anderzijds op geslacht gebaseerde asymmetrie. Zolang de samenleving niet volwassener wordt als het om seksualiteit en gender gaat en de mannelijke dominantie niet gekeerd wordt, zal de problematiek die zich bij TVOH uitte, blijven bestaan. Er is dus nog heel veel te doen als het om emancipatie en gelijkwaardigheid gaat.

Machtsverhoudingen

Het kopje hierboven had ook ‘afhankelijkheidsrelaties’ mogen zijn. Want macht bestaat vrijwel zonder uitzondering bij de gratie van een afhankelijkheidsrelatie. Maar goed, macht dus. Waar in een organisatie / bedrijf / evenement / optreden er leiding nodig is om een zo goed mogelijk resultaat te behalen ontstaat er als vanzelf een machtsverhouding. En dus ook afhankelijkheid. Dat hoeft geen probleem te zijn – is het ook vaak niet – maar het is wel de basis van waaruit problemen kunnen ontstaan. Waar binnen machtsverhoudingen iemand gunsten kan toebedelen aan anderen wordt het gevaarlijk. Dat geldt voor loopbanen binnen een organisatie, dat geldt voor talentenjachten, dat geldt voor toegang tot de media en zelfs voor toegang tot het recht.
Promotiebeleid binnen organisaties lijkt tegenwoordig vaak geobjectiveerd door beoordelingssystemen en human relations management (wat vroeger gewoon personeelsbeleid heette). Werving, selectie, promotie, we hebben ze geprotocolliseerd. De bedoeling is objectiviteit en eerlijkheid en het bereiken van een optimum in prestaties van organisatie en individu, bijna iedereen met een vaste baan weet echter dat het zo niet gaat. Protocollen kun je maar al te vaak omzeilen door doelgerichte interpretatie van regeltjes, door manipulatie dus. Persoonlijke relaties en verlangens spelen daarbij veel vaker een rol dan we zouden willen en worden toegedekt met slim geformuleerde teksten of simpelweg buiten beeld gehouden. Hoe dan ook, je kunt maar beter vriendjes zijn met je baas, coach, beoordelaar. Of je nu in een bedrijf werkt of aan een talentenjacht meedoet. Verzet je je daartegen, dan zul je hoe dan ook verliezen; zoals het ontslagrecht maar al te duidelijk maakt: jij vliegt er (al dan niet met afkoopsom) uit, niet je baas.

Dat die onderliggende afhankelijkheid voor sommigen een opening biedt om de eigen verlangens (naar macht, erkenning of seksuele voldoening) te bevredigen is een onprettig maar nadrukkelijk altijd aanwezig bijverschijnsel. ‘Slapen’ met de baas, handtastelijkheden door de muziekcoach of bandleider, of erger, komt veel vaker voor dan we willen weten. In onze cultuur hebben we de voorbeelden daarvan niet alleen in het echte leven maar ook in literatuur. film en muziek ten overvloede. Manipulatie en bedrog, machtswellust, roofdiergedrag, we worden er mee doodgegooid op de buis. Er zijn weinig Scandinavische (of Britse of Nederlandse) detectiveseries op Netflix waarin er geen sprake is van door mannen gepleegde verkrachtingen en moorden. Zoveel en zo vaak is precies dit het onderwerp van de o zo spannende series en films dat het voorstelbaar is dat er gewenning aan geweld in de beeldvorming ontstaan is. En gewenning in de beeldvorming leidt onherroepelijk tot gewenning in de maatschappij en dus tot wat we uitwassen noemen maar wat helaas tot de normale verhoudingen in de samenleving is gaan behoren. Het aantal verkrachtingen en steekpartijen en de steeds lagere leeftijd van de daders (bijna altijd jongens) is frappant. ‘Normaal’ bedoel ik hier overigens in de zin dat het zo vaak voorkomt dat er geen sprake meer kan zijn van een afwijking. Het ethische normaal – nl. een mens wordt niet geacht een ander mens te beschadigen – is daarbij een flink eind buiten beeld geraakt. Gevoel voor ethiek wordt steeds minder in de opvoeding meegegeven en zeker niet voldoende op school aangeleerd. De media geven het  ook niet mee en dan is er dus geen bastion meer over anders dan de inerte weldenkendheid van de (jongere en oudere) mens. Dat is een te dun laagje om ons te beschermen tegen barbarij.


Een ander aspect van machtsverhoudingen is de macht van de media, inclusief die van social media. Die macht is zo groot dat volstrekt idiote complottheorieën voor grote groepen beïnvloedbare mensen in de samenleving tot waarheid worden. Waarbij er na enige tijd escalatie tot geweld optreedt, want naarmate men het gevoel krijgt niet gehoord te worden wordt men gewelddadiger. De gevolgen daarvan zijn groot; politici, hulpverleners, artsen, rechters, advocaten, gevangenbewaarders en ga zo maar door worden in toenemende mate en toenemende frequentie bedreigd door kwaadwillenden. Soms wordt de uitvoering van die bedreigingen ternauwernood voorkomen of – erger – net niet voorkomen. Er vallen inmiddels met regelmaat slachtoffers. We lijken er geen antwoord op te hebben omdat de ondermijnende krachten in de samenleving te sterk zijn geworden. Ze zijn zelfs onbeheersbaar, met alle gevolgen van dien. Het zelfregulerend vermogen van de samenleving lijkt verdampt. De sociale controle is in grote delen van de samenleving verdwenen en in andere delen van de samenleving weliswaar aanwezig maar al te snel uitgeschakeld omwille van de ‘vrijheid van meningsuiting’ of ‘vrijheid van religie’. De vrijheid van onbezorgd leven van het individu is daarbij ondergeschikt geraakt of gemaakt.


Bij machtsverhoudingen als begrip is er dus al het oude probleem van de individuele macht, die traditioneel bij mannen te vinden en door vrouwen te veroveren is. Maar het probleem van de nieuwe technologische – en mediamacht is zo mogelijk nog moeilijker te breken. Je kunt je immers niet of nauwelijks onttrekken aan die technologie en media. De algoritmen van de social media, maar ook de algoritmen die in onze apparaten als computers en smartphones zijn gebouwd, zijn te manipulatief van karakter. Ongewild en zonder het in de gaten te hebben laten we ons in een mal drukken die gekenmerkt wordt door een opgelegd en beperkt mensbeeld en voorgedefinieerd levensdoel. Ben je anders of wil je anders, dan wordt dat steeds problematischer in onze op conformiteit gerichte samenleving. We zijn in toenemende mate machteloos tegen big tech, big pharma, big media en big politics. Sterker nog, ze zijn in toenemende mate verweven met elkaar en dus heb je als individu met een veelvoud aan min of meer samenwerkende / samenspannende systemen te maken. Het is voor de vrije geest als vechten tegen Medusa. Als individu moet je uit heel bijzonder hout gesneden zijn wil je je in zo’n wereld uiteindelijk niet uiteindelijk toch conformeren. Wat verklaard waarom de confrontatie met een mens die oorspronkelijk is en consequent het eigen pad bewandeld zowel bewondering als afschuw oproept; met daaraan analoge reacties. Anders denken zal nooit populair worden en anders zijn al helemaal niet. Er is zelfs een flinke kans op geweld tegen die andersen. Afwijken van de ongeschreven norm is vaak een uitnodiging tot mishandeling; zowel door het individu als door organisaties en zelfs de staat.

Winner-loser mentaliteit

Waar in de historie het nastreven van individueel geluk lange tijd de vanzelfsprekende norm was (er zijn zelfs staten gegrondvest op dat idee), is die norm tegenwoordig grotendeels vervangen door het nastreven van individueel succes. Succes in plaats van geluk. Want je wilt toch geen loser zijn in de alomtegenwoordige wedstrijd van het leven? Want zichtbaar succes is toch het hoogst haalbare?
Dat succes bestaat eigenlijk uit een tweetal elkaar versterkende componenten: materieel en competitief. Materieel vertaalt zich dat in geld, rijkdom en bezit. Competitief vertaalt het zich in aanzien en overwinning. En dan niet overwinning van eigen beperkingen maar vooral overwinning ten opzichte van de ander. Iedere talentenjacht is daarop ingericht, veel tv-programma’s hebben het begrip winnen zelfs als direct doel. Van Wie is de mol, via TVOH, Big Brother en Kamp van Koningsbrugge tot aan Maestro aan toe; het doel is iemand tot winnaar verklaren en de rest van de deelnemers (dus) tot verliezers. Mensen worden beoordeeld, genomineerd, afgekeurd, opgehemeld, op een voetstuk gezet of daar vanaf gekegeld. Al die programma’s volgen daarbij hetzelfde stramien: iedere aflevering is er een loser, iedere aflevering één of meer winnaar(s); het gaat daarbij niet echt om de inhoud, het gaat om het winnen en verliezen. (En om die spanningsboog die daarmee samanhangt zo te programmeren dat de omliggende reclameblokjes veel geld opleveren. Zelfs het nomineren of afschieten van deelnemers wordt aan de massa gelaten zoals in een ver verleden in de arena de massa de duim omhoog of omlaag kon steken om het lot van de strijdende partijen te beslechten. Alleen levert ieder duimpje tegenwoordig door slimme sms-systemen veel geld op. Bij geen enkel van die programma’s is het mensen met elkaar, bij al deze programma’s is het mensen tegen elkaar, met Maestro als de mildste variant en Kamp van Koningsbrugge als de meest onbarmhartige in het genoemde rijtje. Dàt laatste verschil heeft natuurlijk te maken met een vorig punt: machismo.

Het is in de samenleving enerzijds niet genoeg om gewoon ongezien goed te functioneren en anderzijds is het lot van veruit de meeste mensen om dat juist wel te doen. Wat we voorgeschoteld krijgen in media en commercie is een venster op economisch succes, stralende carrières en buitengewoon aanzien van de ‘succesvollen’ en de BN-ers. (Die twee worden met regelmaat door elkaar gehaald.) We krijgen niet de ‘gewone’ mens die voortworstelt en iets van het leven probeert te maken te zien. Onderling meet men elkaar af aan hoe we wonen, in welke auto we rijden, hoe rijk we zijn, hoe succesvol we in ons werk zijn en hoeveel aanzien we weten te veroveren. En het is allemaal plastic, onwerkelijk en oneerlijk. Er zijn immers ook mensen die gelukkig zijn en daar geen lawaai over maken en mensen die zich als gelukkig voordoen om vooral maar als een winnaar, een succesvol mens, gezien te worden. Natuurlijk, succesverhalen zijn aansprekend. Maar waarom zijn succesverhalen normgevend en richtinggevend en waarom wordt dat vanuit overheid, onderwijs en opvoeding aangemoedigd? Overheid en onderwijs zijn gericht op je leven succesvol te maken door een voorbeeld te zijn in economische termen. De meest geslaagde student is een gehoorzame productiefactor, een goede ‘resource’.

Maar mijn jongste zoon wil graag een rustig en betrekkelijk onbezorgd leven kunnen lijden, wat een prachtdoel in het leven! Jong en ambitieus zijn hoeft niet per sé bij elkaar te horen, jong en gelukkig zijn kan echt heel veel fijner zijn. Succes staat niet gelijk aan geluk. En eigenlijk weten we dat wel. Maar waarom laten wij ons dan zo vaak die extremen voorschotelen? Waarom blijven we nog altijd de willoze en gemakkelijk op te hitsen toeschouwers bij de moderne gladiatorengevechten?
Die winner-loser mentaliteit vindt zijn oorsprong onder andere in het aloude economische model waarin economische groei als doel is vastgelegd. Onze kapitalistische samenleving bestaat inmiddels een paar honderd jaar en dat maakt dat het zelfs bij zulke bedreigingen als versnelde opwarming van de aarde met alle vreselijke gevolgen van dien onmogelijk is om te denken in termen van economische stilstand of zelfs economische krimp als hoger doel. En bij een samenleving die ingericht is op groei bestaat er ook geen hoogst haalbaar streven. Er lijkt geen plafond te zijn. Er bestaat dus als vanzelf ook nauwelijks aandacht voor de verliezers, want de winnaars vormen immers de wereld van morgen. Ongeacht of de planeet daar aan ten gronde gaat of niet. Verliezers zijn een last. Arbeidsongeschikten, mensen die van een uitkering afhankelijk zijn, zijn een last voor deze maatschappij. Omdat we niet meer kunnen omdenken naar een wereld waarin het een individu toegestaan wordt om niet mee te gaan in de mallemolen van de economische productiemachine als ze dat niet kunnen of niet willen. Dat is ook precies de reden dat het niet mogelijk zal zijn om in deze maatschappij tot een basisinkomen te komen zonder wisseling van de politieke macht. Onze maatschappij is gericht op de winnaars terwijl ze voor een fors deel bestaat uit verliezers.

Belangenverstrengeling, oogkleppen- en doofpot gedrag.

Het spreekt voor zich dat in een wereld als de onze de positie van jurylid en coach in een talentenjacht gegeven wordt aan diegenen die in economische zin het meeste zullen opleveren voor de productie. Vakkundigheid is ondergeschikt aan bekendheid. De ‘juiste namen’ brengen bij talentenjachten als TVOH meer in het laatje aan reclame-inkomsten dan de juiste kennis en vaardigheden. En de mensen met die ‘juiste namen’ laten zich maar al te graag inhuren voor hun diensten omdat dat niet alleen een lekkere honorering oplevert maar ook een versterking van de naamsbekendheid. Versterking van hun ‘merk’. Die merkversterking maakt daarbij als vanzelf de weg vrij voor nog meer economisch winstgevende activiteiten. Ali B is een prachtvoorbeeld hiervan. Artiest, coach en jurylid maar ook platenbaas van een label waar kandidaten van telentenjachten als TVOH hun werk kunnen onderbrengen. Mits ze ‘vriendjes’ zijn natuurlijk en vriendjes zijn heeft een prijs, van altruïsme is hier echt geen sprake. Maar belangenverstrengeling zit overal. Bij de media is die heel goed zichtbaar terwijl niemand zich daar echt druk over maakt: een presentatrice van een boeren-datingprogramma met sponsoring door veevoederbedrijven, de uitgeverij die een fonds start dat bestierd wordt door de drie presentatoren van een voetbalprogramma, het pluggen van boeken en muziek op tv, de carroussel van BN-ers en presentatoren die in elkaars programma te gast zijn. Maar niemand kijkt meer op van politici die van minister of staatssecretaris in bestuursbaantjes rollen of nog erger lobbyist worden van een belangengroep binnen hun voormalige werkterrein. En ook de gemeentepolitiek laat zich vervuilen door de belangen van afvalverwerkers, projectontwikkelaars en multinationals die vakantieparken uitbaten ten koste van de burger, de boer en de kleine ondernemer. Overal is vermenging van belangen aan de orde. En waar de combinatie belangen en macht samenkomen steken corruptie en bedrog de kop op en wordt de burger uiteindelijk machteloos. En ontstaat ook spontaan het dragen van oogkleppen (zie John de Mol) en het doofpot-gedrag als eerste stuip wanneer niet te voorkomen is dat men door de mand valt. Glashard ontkennen of gewoon van onderwerp veranderen is het recept.

Concluderend

Onze maatschappij hangt aaneen van genderpolitiek, machtspolitiek, winnaarsgedrag, manipulatie van de massa, corruptie en uiteindelijk winstbejag. Geld boven principes, geld boven recht, geld boven belang van de samenleving. Dit mengsel drukt zich uit in seksueel grensoverschrijdend gedrag bij een tv-programma, in bedrijven en organisaties, in de sport en in de cultuursector. Dit mengsel drukt zich uit in verheerlijking van economisch succes boven het streven naar geluk breed in de samenleving. Dit mengsel drukt zich in versterking van egoïsme en egocentrisme boven altruïsme en solidariteit. De laatste twee woorden worden bizar genoeg tegenwoordig eerder negatief dan positief uitgelegd. En het ergste is dat dit eigenlijk allemaal geweten wordt, op individueel niveau meestal niet gewild wordt, maar we dit als collectief toch laten voortbestaan. En DUS zijn daarmee de onthullingen bij TVOH niet het probleem van TVOH maar ons probleem. En aan problemen moeten we wat doen. Iedereen op haar of zijn eigen niveau. We hebben onze sameleving te lang laten verloederen. Bevecht die verloedering, spreek je uit wanneer dat nodig is en streef alsjeblieft naar een betere, inclusieve en veilige samenleving voor iedereen.

Anna A. Ros

3 Reacties

  1. Myriam Plompen
    27 januari 2022
    Antwoord

    Helemaal mee eens Anna.
    Mooi geschreven en WAAR !!!!!
    Groetjes van Myriam uit Antwerpen

  2. Caroline Scheer
    2 februari 2022
    Antwoord

    Heel goed verwoord wat er allemaal speelt bij TVOH (en in de maatschappij) en wat daaraan ten grondslag ligt. Educate your son and daughter; in short society.

Geef een reactie