Vijf januari.
Dit jaar heeft het vijf dagen geduurd voordat de eerste donkere dag er was.
Op een donkere dag, de andere dagen hebben of meer kleur of zijn lichter, lukt het allemaal even niet. Dat soort dagen komt in de winter vaker voor dan in de zomer maar ze behoren niet tot wat populair ‘winterdepressie’ genoemd en daardoor tot een psychologisch modeverschijnsel wordt. Donkere dagen heb ik het hele jaar door, ze treden op in perioden waarin wisselingen plaatsvinden. En ja, daar speelt de maanstand wellicht ook een rol bij hoewel het ook kan zijn dat ik me dat maar verbeeldt. Als ik schrijf ‘lukt het allemaal even niet’ dan bedoel ik daarmee dat het me op die dagen niet lukt productief te worden op enige positieve manier. Ik kan op zulke dagen amper mijn bed uitkomen. Energie is iets waar ik reclames over zie op tv of die ik in de accu’s van mijn laptop of telefoon laat stromen zodat die in ieder geval wel functioneren. Bij mij is op zo’n donkere energie datgene dat er vooral niet is. Ik ben dan uitgeput. Fysiek, want mijn ledematen voelen zwaarder dan anders en er is druk op mijn schedeldak: koppijn. Mentaal, omdat ik niet op gang kan komen en eigenlijk alleen maar wil slapen terwijl zelfs dat, juist dat, niet lukt.
Ik ben, zo weten mijn vriendinnen, een vrij vrolijk mens die haar leven zo nadrukkelijk leeft als mogelijk. De spiegel van dat volle leven is dat er dus dagen als vandaag zijn. Dit jaar hoefde ik maar vijf dagen te wachten voordat de eerste mij met mezelf om de oren sloeg. Er ligt werk op me te wachten, schrijfwerk wat de laatste tijd gelukkig goed gaat, een site die ik moet bouwen, mailtjes die ik moet sturen voor fotoshoots in het buitenland en nog veel en veel meer. Maar vandaag lukt het dus allemaal niet. Vandaag staan hersens en lijf uit. Wat ik wel kan is pogen te beschrijven wat er gebeurt, en waarom. Die poging leest u nu.
Al tijden zoek ik naar het grote waarom van dit soort momenten in mijn bestaan. Waarom is het zo dat eens in de zoveel tijd ik een dag (en soms een paar dagen) instort, vastloop en uiteindelijk afschakel. Soms denk ik dat het ’t wisselgeld is dat ik betaal voor die andere dagen waarop de productiviteit bovengemiddeld is, hoewel die dagen tegenwoordig schaarser zijn geworden dan in het verleden. Het zou een goede verklaring kunnen zijn. Maar het zou ook kunnen dat het niets te maken heeft met de pieken in mijn bestaan maar juist met de dalen uit het verleden. Een kwestie van slijtage als gevolg van een leven waarin teveel gebeurt is in te korte tijd en waar in geest en lijf even een pauze moeten nemen omdat er blijkbaar iets verwerkt moet worden. Die verklaring is mij eerlijk gezegd logischer; niet een manisch-depressieve inslag maar verwerking van gebeurtenissen die mijn leven zwaar geraakt hebben.
Ook deze vijfde januari ben ik veroordeeld tot een tijdelijke instorting waarbij ik weet dat ik er over een dag of twee er weer sta. Ik had het wel verwacht dat een dezer dagen de knop even om moest. De kerstperiode is belastend, ook als die prettig verloopt. De belasting van die anderhalve week in de donkerste tijd van het jaar, uitgerekend op de grens van het jaar, bestaat uit de ruimte die er is om na te denken, te overwegen en te wegen, pogen te doorzien wat het leven nog inhoudt en met wie dat leven gedeeld wordt of met wie je dat wilt delen en hoe dat dan vorm zou kunnen krijgen. Het is een periode van het maken van plannen voor de komende tijd, in mijn geval gaan die over de boeken waar ik aan werk. Maar het is ook de tijd van omzien, bekijken wat er was, wat er gebeurt is en hoe ik daar mee omgegaan ben. En hoe tegenstrijdig wellicht ook, dat proces van geestelijk tot rust komen vreet energie. Het is een noodzakelijk proces van geestelijke vernieuwing, als het ontspannen van een veer die je vervolgens weer spant, een klok die weer opgewonden wordt zodat die weer een tijdlang kan tikken. Zo’n periode is net als de donkere dagen die er op volgen noodzakelijk. Dus is vandaag niets meer dan een fase in dat proces van afsluiting en vernieuwing. Het is dus goed dat er morgen een dag volgt waarin het lijf aan bod komt zodat ik straks weer verder kan.
Ik sta mijzelf toe deze dag te laten afrollen als een ogenschijnlijk niet productieve dag in mijn jaarkalender want ik weet dat het misschien wel het tegendeel is, een dag die nodig is als het inademen voordat ik weer een regel kan zingen.
Anna A. Ros
Wees de eerste om te reageren