Clapham, 7 december ‘14
Het huis in The Chase op nummer 103, vroeger nummer 83, is ruim ondanks dat het als klein beschreven wordt door sommigen. Het is ongeveer zo groot als ik verwacht had. De uitbreiding achter probeer ik uit mijn hoofd te bannen. Die neemt een stuk van de tuin weg maar laat nog een respectabele groene oase vrij. De ongelakte houten vloeren kraken bij iedere stap en het lijkt me dat ze dat altijd gedaan hebben. Het maakt het onmogelijk om onverwacht een kamer binnen te komen en zorgt er dus ook voor dat je altijd weet wanneer er iemand thuis is.
Onder het genot van een kop thee met net wat teveel melk naar mijn zin vertel ik de vrouw des huizes over jouw leven Ada. Veel details want ze heeft veel vragen en is geboeid. Hier ben je je Dorothy gaan noemen, nu zo’n honderdtweeëndertig jaar geleden. Het is hier dat jouw Freddie regelmatig kwam om zich te vermaken in het gezelschap van jou en je zussen. ‘To let my back hair down’, zoals hij dat zelf beschreef. Hetty, Edith en Lena waren er nog en ook de kleine Sam. Kathleen niet, ik weet nog steeds niet waarom precies maar dat het niet goed zat tussen jullie is wel duidelijk inmiddels. Was het die jongen?
Speelde je piano voor Freddie of was Edith dat, zij speelde immers beter dan jij. Hij kwam toch echt vooral voor jou. Werden er toneelstukjes opgevoerd en liet hij zich meeslepen in het plezier dat jullie hadden? Natuurlijk bleven de meeste van die middag- en avondvisites beperkt tot de zitkamer, de tekenkamer en de keuken beneden voor de maaltijden. Maar was dat altijd zo? Zijn jullie nooit samen die trap opgegaan naar die zo zorgvuldig ingerichte slaapkamer? Je had het misschien wel gewild en hij vast ook maar de grenzen waren natuurlijk duidelijk gesteld met zoveel anderen in het huis. Je mag dan misschien wel ‘the lady of the house’ geweest zijn maar of dat inhield dat je daarmee ook de vrijheid had om te leven zo je wilde en beleven wat je wilde is twijfelachtig. Op die momenten dat jullie met zijn tweeën waren, alleen in dat huis, zussen en Sam uit de weg voor een uitje, een wandeling op de Common of iets anders, gebeurde er dan nooit iets? Hebben jullie de grenzen overschreden die de wereld jullie oplegde of was hij onaanraakbaar en jij de onbereikbare muze zoals een echte muze betaamd?
Jullie zijn gelukkig geweest in dit huis. Gelukkiger dan in dat sjieke appartement dat je later kocht toen het lot je eigenlijk al een beetje in de steek begon te laten maar je inmiddels wel de rijkdom had waar je naar streefde. Je werd bekender, steeds vaker werd je gevraagd voor weer een rol, soms een hoofdrol zelfs. Steeds vaker poseerde je voor weer een collega van Freddie of voor hem zelf. Je gezicht werd bekend, je werd op straat herkend door vreemden die je zoveel mogelijk probeerde te negeren. Maar het hield op. Niet in dit bescheiden – gelukkige – huis in The Chase, maar later. Dit was het enige huis waar je ooit echt gelukkig geweest bent, onwetend van wat er te gebeuren stond in de jaren nadat jullie hier weer weg gingen.
Ik hoor de treden van de trap kraken. Lichte voetstappen en heel even klinken ze me als een echo van lang geleden in de oren en verwacht dat je de kamer inkomt met ruisende rokken en een blos op de wangen. Totdat een jonge jongen binnen komt stormen. ‘This is miss Ros, she write about the actress who lived here’ zegt zijn moeder wanneer hij me netjes de hand schudt. ‘Oh cool’, pakt zijn Nintendo en ploft neer op de bank in de huiskamer. Het is tijd voor me om te gaan.
Anna Ros
Wees de eerste om te reageren