Het is zo’n dag die begint als een lelijke eend met een slechte startmotor en bijna lege accu. Terwijl mijn jurkje voor vandaag buiten het raam hangt uit te waaien in een licht briesje (het schijnt dat je hier niets buiten mag hangen maar ik vergeet dat soort dingen altijd) pruttelt de percolator met koffie zachtjes. Deze keer heb ik de melk niet niet laten overkoken. Wel te heet voor luchtig schuim maar ach, alles is te heet dezer dagen.
Ik probeer me voor te stellen hoe het leven er straks uit zal zien. Straks, als het allemaal gelukt is en ik bijna iedere dag in onze eigen zaak te vinden ben. Een ander leven dat zich vult met kunst van anderen, mensen het naar hun zin maken, koken, bakken, serveren en dat winkeltje uitbaten. Het lijkt allemaal nog zo ver weg.
Eenmaal aan mijn schrijftafeltje en met mijn schrijfbril op bedenk ik me dat die paar laatste hoofdstukken die ik nog te schrijven heb aan het manuscript waar ik nu alweer ruim drie jaar aan werk wat mij betreft in opperste traagheid mogen ontstaan. Ik ben nog niet klaar om afscheid te nemen van het boek dat ik schrijf terwijl er niet zoveel verhaal meer over is nu. Het meeste is gezegd, geschreven en doorleeft. Soms voelde het alsof ik mijzelf binnenstebuiten keerde want die vrouw is van mij geworden en ik ken haar nu. Ze is best bitchy eigenlijk en ik weet dat dat voortkomt uit een enorme kwetsbaarheid en een diep verlangen. Verlangen dat we delen en met een schemering van een een uitkomst die we ook delen. Hoewel.
Percolatorkoffie is lekkerder bedenk ik me weer, me afvragend hoe het me gaat bevallen om de barista uit te hangen in The Misses. Koffie maken is heerlijk om te doen vind ik, zeker als ik het op mijn manier doe. Traag vooral en met aandacht. Mijn eigen receptuur ook. Op mijn schrijftafeltje ligt naast de laptop een stapeltje papieren over koffiesiropen en logo’s en wat er op etiketten moet komen. Een eigen merk. Samen opbouwen met een lieve vriendin net zoals die hele zaak wordt opgebouwd met weer een andere vriendin. Was ik maar al zeker van het geld. Support is één maar harde cash is heel wat anders en er is nogal wat nodig. Toch weet ik dat het lukt. De plannen zijn goed, de onderbouwing, de presentatie, de cijfers, aanpak, de stijl van wat we willen maken, alles klopt.
Eerst zien, dan geloven, zegt het duiveltje in mijn hoofd en hij heeft gelijk. Te vaak is iets moois niet werkelijkheid geworden om er vanuit te gaan dat het nu wel wel lukt. Toch duw ik mijn plaaggeestje terug in zijn hol. Eerst zien, dan geloven mag dan wel waar zijn maar ik laat me niet afschrikken door dat soort treitergedachten. Het lukt ons gewoon. Net als met dat boek. Kwestie van koers zetten en doorvaren. Niet stoppen of in ieder geval niet voor lang. En als het dan eenmaal zover is dat die zaak er is en het boek er ligt, dan zal ik ergens op een ochtend net als nu achter een schrijftafeltje gaan zitten en iets schrijven dat ik al heel lang heel erg graag wil kunnen schrijven.
Trommeltje de poes heeft trouwens duidelijk haar draai gevonden. Ze drentelt om me heen en zit af en toe op een afstandje naar me te kijken met een blik in de ogen die ergens tussen verwachting en loomheid in zit. Een soort kattenliefde straalt er vanaf. Het is overigens nog steeds erg warm vandaag en ik zie dat ik mijn teennagels nodig moet lakken. Met aandacht want ik omarm nog even de dragelijke traagheid van mijn bestaan.
Anna A Ros © 2015
Wees de eerste om te reageren