C’est fini. Ik zet er een punt achter. Voor dit jaar heb ik mijn dosis van mediawangedrag, volksmennerij, xenofobie en idiote angst wel gehad. Zowel in het reguliere nieuws bij de omroepen, in de kranten en online als in de social media die inmiddels nauwelijks meer die aanduiding verdienen.
Zin om mijn mening te geven over onderwerpen heb ik ook niet meer. Liever richt ik me op mijn eigen wereld van verhalen, boeken, kunst en het eenvoudige leven dat ik met alles wat ik in me heb omarm als mijn echte bestemming. Ik doe dat niet omdat ik boos ben op de wereld, hoewel daar genoeg reden voor is. Ik kies voor de mentale afzondering omdat die wereld mij aantast en bereid me voor op een nieuwe levensfase zonder hardheid.
Ik ben namelijk niet ongevoelig voor het discours in de samenleving. De manier waarop mensen op allerlei plekken met en over elkaar spreken, de hardheid die zichtbaar wordt wanneer het over vluchtelingen gaat of uitkeringen, armoede, zorg. Eigenlijk over om het even wat. Deze maatschappij is verworden tot een ‘eigen schuld dikke bult’ samenleving waarin de kwetsbaren zonder uitzondering een trap na krijgen omdat de neo-liberale mores lijkt te zijn dat het allemaal het gevolg is van hun eigen keuzes. Wordt je ziek? Jammer dan. Maak je een armoedeval mee? Dan ben je een loser. Ga je failliet, dan ben je een slechte ondernemer of kan op zijn minst niet omgaan met geld. En daarnaast ben je de samenleving tot last.
Participeren zult ge, vindt de overheid, ook als is de overheidsdefinitie van participatie een geheel andere dan de werkelijke want juist die overheid – ongeacht politieke achtergrond – is een ster in het marginaliseren van iedereen die het minder getroffen heeft dan het ‘werkzame deel’ van de samenleving.
De woorden die ik lees en hun hardheid, zijn naar mijn overtuiging een opmaat naar slechte tijden. Want wat men maar niet lijkt te beseffen is dat het die taal is die mensen tegen elkaar opzet en de geschiedenis vertelt ons dat zonder uitzondering oorlogen ontstaan zijn door foute taal. Waar mensen tegen elkaar opgezet worden blijkt een deel van die mensen niet in staat daar weerstand tegen te bieden maar laten zich tegen elkaar in het harnas jagen. Van foute taal gaat het na een tijdje over tot mild geweld zoals geschreeuw tijdens massabijeenkomsten. Van geschreeuw gaat het naar stenen die gegooid worden en niet veel later is het hek van de dam. Van protest is de weg naar aanslagen klein. Van aanslagen naar massageweld ook. Van massageweld naar oorlog is dan nog maar een miniem stapje.
Ik wil daar geen deel van uitmaken en de beste manier om dat te doen is om mezelf het zwijgen op te leggen zodat ik ook niet onbedoeld met woorden – want dat is nu eenmaal mijn vak – een negatieve bijdrage lever. Ik zeg niet de sociale media vaarwel want daar tref ik vrienden en veel onbekenden die om de een of andere reden verbonden zijn met me. Ik laat er weten hoe het gaat met mijn boeken en andere kunstprojecten. En hoe het met mezelf gaat voor die mensen die daar interesse in hebben. Maar ik zal dit jaar geen politieke mening meer uiten, geen stelling meer nemen en geen oordeel meer vellen. Beste samenleving, zoek het maar even uit zonder mij. Liever schrijf ik soms een gedicht of plaats een kattenfoto en wanneer het me gegeven is vertel ik wat over de boeken die ik schrijf, wens ik soms iemand geluk, spreek mijn liefde uit voor muziek, film, kunst en een enkel mens.
Dit jaar is mentaal klaar, de wereld is heel goed in staat om zonder mij kwaad op zichzelf te zijn. Ik zwijg en stem niet toe.
Wees de eerste om te reageren